Eerste trip

Van Adam en Raisa konden we een luchtbed en teflon pannen lenen. Jont had nog een campingtafeltje met klapstoeltjes. Woensdagochtend vertrokken we richting Arthurs Pass omdat de weersvoorspelling aan de westkust de eerste paar dagen goed was. Een mooie rit al lagen de Southern Alps eerst nog in een dikke mist. De lucht klaarde steeds meer op en de uitzichten werden steeds mooier. Nog voor Arthurs Pass, bij Craigieburn Shelter besloten we de tent op te zetten. Een conservation (staats)camping met weinig faciliteiten; een long drop (wc), een overkapping om te schuilen of te koken en een regenton (leeg, want het heeft al een tijdje hier niet geregend). We waren de eerste en kozen een mooie plek tussen een beek en de beech trees. Deze laatste ruiken heerlijk door de zoete druppeltjes die aan de stam hangen, een favoriet goedje voor bell birds. Na een mooie wandeling kwamen we erachter dat we geen aansteker of lucifers bij ons hadden, duhh. Gelukkig konden die lenen van iemand voor een warm bakkie. Door de hoogte was het redelijk koud en waren we blij dat we het dekbed van Karen hadden meegenomen. De sandflies deden hun best om zoveel mogelijk van ons bloed te drinken. Pas een dag later word je gek van de jeuk.

We hebben heerlijk geslapen en werden wakker met de diepe tonen van de bell birds. Inpakken en door naar Naar Arthurs Pass. Daar kozen we voor een wandeling in de iets verder gelegen Otira Valley. Paralel langs snel stromend water, schitterend uitzicht en mooie planten en bloemen. Door de heerlijke bries hadden we geen last van de felle zon. Iets verder op de weg kwamen we bij een uitzichtpunt kea's tegen die al snel op de auto sprongen om te kijken of er iets eetbaars op vastgeplakt zat of om gewoon wat te kunnen slopen. We reden door naar Greymouth aan de westkust om boodschappen te doen en op een (kiwi) camping om ons tentje weer op te zetten.